Berichten

Nog 2 weken. OMG. Ruim 2 weken hoor. #datscheelt

Dan is de Weesper ¼ triatlon 2015.

Dus over ruim twee weken lig ik in m’n zwempakkie (swimsuit) in de Kom van Weesp, tussen ongeveer 200 andere sporters te wachten op het startschot.

voorbereiding Weesper triatlon 2014voorbereiding Weesper triatlon 2014 badmuts

Ik weet nog precies hoe ik er vorig jaar bij lag in het water. Door m’n strakke badmuts (met m’n startnummer er op!!) en m’n strakke zwempak was ik voor m’n supporters/ fans onherkenbaar. In het water herkende ik ook niemand, iedereen had een badmuts op, heerlijk anoniem.

Best druk ook, zo zij-aan-zij in ‘de Kom’. Tijdens m’n triatlon-lesjes van een triatlon-master uit Weesp had ik al geleerd dat ik het beste horizontaal in het water kon gaan liggen, zodat mijn ‘zwem-ruimte’ goed afgebakend zou zijn. Dat probeerde ik dus (lukte niet, in verband met de drukte. En probeer maar eens op je buik te drijven, te watertrappelen, maar niet vooruit te bewegen…. Das moeilijk.).

Toen ging langzaam de Zwaantjesbrug open. Daar moesten we na het startschot allemaal onderdoor zwemmen. Als een wegversmalling, incl. file-vorming. Ik wist dat het startschot zou klinken zodra de Zwaantjesbrug open was. Normaal kunnen die bruggen hier in Weesp me niet snel genoeg open en dicht gaan, maar zo vlak voor het startschot van de triatlon had die brug er wel wat langer over mogen doen wat mij betreft. Het voelde als een roesje. Stik-zenuwachtig, hoge hartslag, duizend-en-één gedachtes en tegelijkertijd watten in m’n hoofd. Want: m’n aller-eerste triatlon stond op het punt van beginnen. Ik wist niet wat ik waard was, of ik het zou halen en of ik het zou kunnen.

weesper triatlon zwemmen Smal Weesp 2014

Zwemmen door Smal Weesp, tijdens de Weesper triatlon 2014. Als het goed is zwem ik daar ergens tussen, maar het zou ook zomaar kunnen van niet 🙂

Met de wetenschap van nu wist ik natuurlijk dat ik het kon. Ik had veel getraind. Kilometers gemaakt op de fiets en stad en land af gerend. Om maar niet te spreken over de zwemlessen (inclusief uitgebreide video-analyse van m’n borstcrawl) en de vele keren dat ik in de Vecht baantjes heb getrokken.

En DAT is nu precies waar ik me nu zorgen om maak. IK ZWEM TE WEINIG. Rennen en fietsen: ik ben lekker aan het trainen, kun je niks van zeggen. Maar ik zwem te weinig.

Okee, als ik me daar dus van bewust ben, waarom DOE ik er dan niks aan? Goeie vraag. Ik kan 2 redenen bedenken:

  1. Ik vind zwemmen bij lange na niet zo leuk als rennen (rennen is my first sport-love) en fietsen (inmiddels qua sport-liefde gedeelde eerste plaats met rennen). Ik zwem dus niet graag.
  2. Ik vind het eng om in m’n eentje in de Vecht te trainen. WAT?! Ja echt. Wat nou als ik verdrink? Dan zink ik naar de bodem en vindt niemand me ooit meer terug. Misschien iets te dramatisch, I know. Maar als eenzame zwemmer ben je ook best kwetsbaar voor boten en roeiers (my worst nightmare: m’n kop wordt eraf gechopt door een roeiriem….). Dus ik wil eigenlijk alleen maar zwemmen met Jur er bij. Dan is het wat gezelliger (maakt het zwemmen iets leuker) en ben ik niet zo alleen. Maar Jur kan niet altijd als ik wel kan, en vice versa. Lastig dus.

 

Ik zal het maar even van de positieve kant bekijken: Ik heb nog 2 weken om toch wat zwem-kilometers te maken. GOED VOORNEMEN!

Wie komt me aanmoedigen zondag 6 september? Ik heb je nodig!! 

Liefs! Nora