Berichten

WeesperNieuws column Nora

Het was zomer. Het seizoen van vrijheid en zorgeloosheid. Het seizoen waarin Weesp zo goed uit de verf komt. Maar de zomer is voorbij. En met het opruimen van de prachtige petunia’s, die tijdens de zomermaanden door de hele stad hangen, is er voor Weesp gekozen om de zomer definitief te beëindigen. We kunnen wel willen dat de zomer eeuwig voortduurt, we kunnen zelfs handtekeningen verzamelen, maar het gaat niet gebeuren. De zomer is een gepasseerd station.

Maar nu moeten we kiezen. Kiezen tussen de herfst of de winter. Voor veel Weespers lonkt de herfst. We zitten er tenslotte al midden in! De herfst heeft iets gemoedelijks: In je oude lievelingstrui de bladeren uit je eigen voortuin vegen en daarna binnen knus de kaarsjes aan. In de herfst is het weer niet zo bepalend. Tuurlijk kan het flink regenen, maar dan doe je je regenjas aan of je capuchon op, je hebt altijd nog iets te kiezen. Maar niet iedereen houdt van de herfst. Zo werd vorige week met veel bladblazerterreur de complete Hoogstraat verlost van alle gevallen herfstblaadjes. Een duidelijk teken van verzet tegen de herfst.

De herfst-fans houden de koude, machtige winter het liefst zo lang mogelijk buiten de deur. Want als het winter wordt dan is de kans heel groot dat we ondergesneeuwd raken. Tegen de winter kan je niet op, die overheerst alles. Het enige wat je dan nog te kiezen hebt is: sjaal of handschoenen, of allebei? Het is ook zo ver weg, de winter. Aldus de herfst-kiezers.

Als ik mag kiezen, dan kies ik voor de winter. Ik hou wel van dit imposante seizoen. Tegen de kou zijn we in Weesp volgens mij wel opgewassen: met wat geluk kunnen we zelfs schaatsen op de Vecht! En de winter brengt in mijn ogen juist heel veel voordelen met zich mee: de gezelligheid van Sinterklaas, warme chocomel drinken bij een haardvuur, een sfeervolle kerst en als klap op de vuurpijl: oud & nieuw! Wat dat betreft zit het qua voorzieningen in de winter wel goed.

Maar ik ben niet degene die kiest. Er wordt voor Weesp gekozen. Wat gebeurt, gebeurt.

 

Deze column is gepubliceerd in het WeesperNieuws op 25-10-2017

 

WeesperNieuws column Nora

Ik zal maar meteen deze spreekwoordelijke open deur intrappen: een goede buur is beter dan een verre vriend. Want zo is het.

Afgelopen weekend was het Burendag. Een korte blik op de site van Burendag (een initiatief dat ooit in het leven is geroepen door het OranjeFonds en Douwe Egberts) vertelt me wat het inhoudt: ‘een dag waarop je gezellig samen komt en waarbij veel mensen iets goeds doen voor elkaar en de buurt’. Dus samen ‘iets goeds’ doen… Ter inspiratie geeft de Burendag-website mogelijke activiteiten die je kunt doen op zo’n dag: samen onkruid verwijderen of vogelhuisjes beschilderen. Ik kan niet zeggen dat ik direct warm loop bij het idee om met mijn buren vogelhuisjes te beschilderen, want die bont geverfde krengen moeten dan natuurlijk ook in de straat komen te hangen. Nee dank je.

Gelukkig woon ik in de leukste straat van Weesp (Middenstraat!) en houden de meeste van mijn buren wel van wat gezelligheid. En zo kwam het dat er bij ons op zondag (lekker recalcitrant een dag NA Burendag) een ‘buurtborrel’ was georganiseerd. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat deze borrel in de Kerkstraat was. Dat is het voordeel van op een hoek wonen: je hoort eigenlijk bij twee verschillende straten. De buurtborrel van de Middenstraat hadden we vorige week al gehad 😉

Buurtborrels zijn top, want in plaats van verfkwasten en vogelhuisjes stonden er gewoon flessen wijn en hapjes op tafel. Buren naar mijn hart. En tijdens zo’n buurtborrel leer je je buren toch op een hele andere manier kennen, zeker als de middag/ avond vordert en de bodem van de flessen wijn in zicht komt.

Gelukkig wist ik van de meeste buren al dat het fantastische mensen zijn, daar heb ik geen Burendag voor nodig. Maar mocht nou ooit een van mijn buren overenthousiast worden en op het idee komen om ‘gezellig samen’ vogelhuisjes te gaan beschilderen met de straat, dan vrees ik dat ik op die Burendag een vriend bezoek. Een verre vriend wel te verstaan. Want op zo’n moment is een verre vriend beter dan een goede buur…

 

Deze column is gepubliceerd in het WeesperNieuws op 27-9-2017

 

WeesperNieuws column Nora

Het is woensdag. Sluis-en-Bruggenfeest ligt al ruim drie dagen achter ons. In de ideale wereld is de kater inmiddels verdwenen en zitten we alweer fris achter ons bureau om te werken of te studeren en houden we ons weer bezig met de échte belangrijke dingen des levens.

Maar zo werkt het dus niet. Elk jaar opnieuw, fysiek, maar vooral mentaal: de S&B dip. En deze dip ziet er voor iedereen anders uit.

Het grootste deel van de S&B feestgangers heeft waarschijnlijk een heimwee-dip: Vol weemoed denken deze gezelligheidsdieren terug aan hoe heerlijk ze hebben staan meeblèren bij Anita Meijer en hoe fijn het was om te dansen in de zon op de deuntjes van Hans Dulfer. Manmanman wat was het mooi! En wat geweldig dat de zon het hele weekend scheen! Deze S&B fans hebben nu al zin in volgend jaar en tellen waarschijnlijk de dagen alweer af.

Maar dan heb je ook nog mensen die te kampen hebben met de ongemakkelijke-schaamte-dip. Deze mensen kijken met een katerig gevoel terug op S&B. Want na een X aantal biertjes gebeuren er soms dingen die in nuchtere toestand (en bij daglicht) toch niet zo handig bleken te zijn… Schichtig lopen deze mensen de komende dagen over straat, bang om bepaalde mensen tegen te komen die ze liever niet onder ogen komen. Bij elke foto van S&B die op social media wordt geplaatst slaat de schrik ze om het hart: want wat nou als iemand precies dat ene moment heeft vastgelegd? Slechts één onflatteuze dan wel gênante foto kan hun Weesper-imago voorgoed ruïneren. #huwelijkscrisis

En dan heb je nog de mensen die niet zo van S&B houden, of het misschien zelfs háten. Mensen die Weesp ontvluchten tijdens dit feestweekend, omdat ze de drukte en herrie iets teveel van het goede vinden. Deze mensen hebben geen last van een S&B dip. Ze zijn juist blij dat het voorbij is.

En ik? Ik heb al drie dagen ‘Why tell me why’ in m’n hoofd en kijk terug op een te gek weekend. Maar drie dagen S&B vind ik meer dan genoeg.

Hoe dan ook. De rust is wedergekeerd. Sluis-en-Bruggenfeest 2017 zit er op.

 

Deze column is gepubliceerd in het WeesperNieuws op 30-8-2017

 

WeesperNieuws column Nora

 

Ondanks dat het hoog zomer is, ontbreekt op het moment de echte tropische hitte nog een beetje in Weesp. Er zijn wel wat warme dagen geweest, waarbij volgens mij de 30 graden ook wel is aangetikt. Maar van mij mogen die broeierige, zwoele, zonnige dagen non-stop aanhouden. Die dagen waarbij werkelijk iedereen uit pure noodzaak op of in de Vecht te vinden is. En dat er om tien uur ’s avonds nog steeds een rij voor Nelis staat. Ik hou er van.

Nou heb ik een plek ontdekt in Weesp, waar het hele jaar door een tropisch klimaat heerst. Zelfs in de winter word je daar bevangen door een verzengende hitte en wil je het liefst met je slippers aan en een waaier in de hand bij een open raam wat verkoeling zoeken. Dit warme oord heet ‘Oversingel’, het verzorgingshuis aan de Hugo de Grootlaan.

Voor mijn werk als logopedist kom ik wekelijks in Oversingel. De bewoners daar hebben het snel koud, daarom staat zelfs in de zomer de verwarming aan. Toen ik vorige week aan een cliënt, een lief vrouwtje van bijna 90, voorstelde om even een deur op een kiertje te doen, werd ik voor gek verklaard. Het zou wel eens kunnen gaan tochten! Brrrr. Maar binnen een paar minuten was ik de beklemmende hitte vergeten. Want het lieve vrouwtje pakte m’n hand en vertelde me met een zachte, krakerige stem dat ze het zo fijn vond dat ik langskwam. Ze begon te praten over ‘vroeger’. En ik vond het ook fijn, ook al was er niet altijd een verhaallijn om te volgen.

Toen ik na een uur zei dat ik weer weg moest, zag ik teleurstelling in de ogen van het lieve, oude vrouwtje. Ze zei: ‘Kom je gauw weer?’ Op dat moment smolt ik. Niet van de hitte deze keer.

Dus een tip voor iedereen die deze zomer op zoek is naar warmte: besteed een vrij uurtje in Oversingel (of een ander verzorgingshuis). De tropische hitte bevangt je als je binnen komt, maar het warme gevoel waarmee je weer weggaat duurt de hele dag!

 

Deze column is gepubliceerd in het WeesperNieuws op 2-8-2017

 

WeesperNieuws column Nora

Zie je wat verdachts in Weesp? Gooi het in de buurt-app! Via verschillende WhatsApp groepen van de Weesper Buurtwacht houden Weespers elkaar op de hoogte van verdachte situaties, ongure types en naderend onheil. En zo appen we samen de boeven de buurt uit.

Ik ben lid van de Weesper Buurt-app ‘Centrum’. Deels omdat ik het een veilig gevoel vind dat we ‘met elkaar’ een oogje in het zeil houden en deels omdat de nieuwsgierige sensatiezoeker in mij niks wil missen. Met mij zijn meer dan 250 Weespers lid van deze app. En dan zijn er nog vier andere buurtwacht-app-groepen in Weesp. Best veel enthousiaste veiligheidsvoorstanders dus. Goede zaak!

Toch heb ik soms ook m’n bedenkingen. Laatst op de app:

Persoon A: ‘Twee verdachte personen gezien op de Hoogstraat. Ze kijken bij auto’s naar binnen. Beide dragen kleding met veel vlekken, ze zien er onverzorgd en onbetrouwbaar uit. Even opletten.’

Persoon B: ‘Welke kant gaan ze op?’

Persoon C: ‘inderdaad twee mannen gesignaleerd met rode vieze bodywarmer en spijkerbroek met verfvlekken ze lopen richting Utrechtseweg de politie is al gebeld’ (Leestekens werden in de paniek vergeten denk ik.)

Persoon D t/m G: (stuurt een willekeurige emoticon, vaak een duim omhoog of een duim omlaag)

Persoon H: ‘Dat zijn onze huisschilders, die hebben even pauze. Niks aan de hand.’

Een typisch geval van zinloos gemeld. Aan de ene kant best grappig (ik kon hier om lachen) aan de andere kant storend. Want bij elk bericht piept m’n telefoon.

Alle licht paranoïde mede-Weespers en emoticon-junks hebben er voor gezorgd dat ik meldingen en geluiden van de buurtwacht-app heb uitgezet. Lekker rustig.

Maar toen er laatst een brillendief voor m’n neus voorbij liep, heb ik dat dus gemist… Gelukkig waren er alerte buurtbewoners die blijkbaar hun buurt-app wél aan hadden staan. Een spectaculaire achtervolging volgde. En via de app-groep (die ik inmiddels had geopend) werd levendig verslag gedaan van de heksenjacht. Ik zat aan m’n telefoon gekluisterd.

Na twee uur jagen werd de boef gepakt: door stoere buurtwacht-leden!

Ik heb mijn buurtwacht-app weer aangezet, want er wordt toch ook wel zinvol gemeld.

 

Deze column is gepubliceerd in het WeesperNieuws op 5-7-2017

 

WeesperNieuws column Nora

Rinkelend bestek en de geur van verse koffie: als ik ’s ochtend met mijn hond Monster langs de aanlegsteiger aan de Hoogstraat loop, krijg ik spontaan ‘het campinggevoel’ door alle gezellige bootjes die daar liggen.

Op de steiger voor een boot zit een babyboomer op haar klapstoel aan een gammel uitklaptafeltje een broodje te smeren met Nutella (want Nutella eet je alleen op de camping). Tegenover haar buigt haar man zich over een uitgevouwen Michelinkaart, om uit te zoeken waar ze vandaag eens heen zullen fietsen. Een eindje verder loopt een man in z’n ochtendjas, met een toilettas en een wc-rol onder z’n arm (okee, niet echt. Maar het zou zomaar kunnen) en twee kinderen spelen badminton op de stoep voor het terras van de Natte Krant. Het typische campingleven, gewoon hier aan de Vecht! Ik word er blij van.

En dan besef ik ineens dat Weesp, de stad die alles heeft, tóch iets mist. Weesp mist een camping! Een plek waar toeristen hun tentje kunnen opzetten. Waar buitenmensen tot ’s avonds laat voor hun caravan kunnen rummikuppen. En waar men met een afwasteil vol vuile vaat, met een theedoek over de schouders fluitend naar het toiletgebouw wandelt (en dat nog leuk vindt ook).

Zou het niet fantastisch zijn als er in Weesp zo’n (stads-)camping zou zijn? Er zijn genoeg plekken waar dat gerealiseerd zou kunnen worden, bijvoorbeeld ergens langs de Vecht, in een weiland. Het hoeft niet groot te zijn! Typische camping overdaad, zoals een zwembad met glijbaan en een animatieteam (inclusief kinderdisco) kunnen ook achterwege worden gelaten: Weesp heeft genoeg te bieden voor de campingtoerist.

Wat mij betreft hoeven de campinggasten niet alleen van buiten Weesp te komen. De Weesper camping lijkt me ook zeer geschikt voor een staycation (= op vakantie in eigen stad). Ik zou er zo een nachtje willen staan met m’n tent.

Al wandelend met de hond word ik steeds enthousiaster over dit camping-idee. Misschien is er iemand die deze column leest die meteen net zo enthousiast is als ik. En misschien ziet de gemeente dan ook wel de meerwaarde van een camping in Weesp.

Maar misschien ben ik wel gewoon toe aan vakantie. Op een camping.

 

Deze column is gepubliceerd in het WeesperNieuws op 7-6-2017

 

WeesperNieuws column Nora

 

Weesp is als prachtige stad aan de Vecht voor menig toerist (en inwoner!!) een feest in het voorjaar: lekker met een ijsje in de zon genieten en naar de bootjes kijken. Een feest dus, en iedereen is welkom.

Een van de vele voordelen aan Weesp, is dat het zo heerlijk centraal ligt. Of je nou met de auto vanuit Limburg komt, met de fiets vanuit de Veluwe rijdt, de trein vanuit Utrecht pakt, of met de boot vanuit Friesland vaart: vanuit alle hoeken van het land is Weesp op alle manieren goed te bereiken!

Behalve nu. Want Rijkswaterstaat heeft Weesp dit voorjaar omgetoverd tot een moeilijk begaanbaar gebied. Bijna elk weekend is het raak: Weesp is een fort. Niemand er in of er uit…

In de weekenden dat er werkzaamheden zijn op de A1 of de A9 (of allebei!!) is het een hele uitdaging om Weesp uit te komen. Zo stond ik laatst, tijdens zo’n rijkswaterstaat-crisis-weekend, in de file op de Amstellandlaan en de Hogeweyselaan, uniek!! Ik merkte dat ik zo’n weekendfile eigenlijk best ontspannend vond: ik had geen stress om op tijd op m’n werk (of waar dan ook) te moeten zijn, want: weekend!! Dus verplichte rust in de file.

Een nog grotere uitdaging wordt het als je tijdens het wegwerkzaamheden-weekend Weesp ook weer in wilt komen. Het begint al met het gepuzzel welke weg je het beste kan nemen, want het kan zomaar zijn dat precies die afrit die je moet hebben is afgesloten. En als je dan eenmaal je route hebt uitgestippeld, moet je niet gek opkijken als je wordt tegengehouden door een hardwerkende verkeersregelaar (met een vasthoudendheid waar de gemiddelde pitbull nog wat van kan leren) die het vertikt om je door te laten als je geen ‘bewonerspas’ hebt. Waargebeurd!

Die pas is als een soort toegangsbewijs tot het gaafste feest van het jaar: iedereen wil zo’n entreebewijs, maar HOE kom je er aan? Op Social Media was de ‘bewonerspas van Weesp’ al trending topic, en via malafide ticketbureaus kon je de ‘bewonerspas van Weesp’ al voor woekerprijzen aanschaffen. Niet helemaal waargebeurd.

Helaas wist niemand in Weesp zo’n pas te bemachtigen, want de pas bestond niet. Dus niemand was ‘officieel uitgenodigd’ voor het feest in Weesp. Het bleek een besloten feest te zijn.

 

Deze column is gepubliceerd in het WeesperNieuws op 10-5-2017

 

WeesperNieuws column Nora

Ik woon in Weesp en ik werk in Weesp. Dat betekent: op de fiets naar m’n werk. Daar doe ik net geen 2 minuten over. Ik moet precies 2 steegjes door en doe langer over het op slot zetten van m’n fiets dan over het fietsen zelf. Heerlijk.

 

De karakteristieke steegjes in het centrum van Weesp zijn knus en smal, niet geschikt om doorheen te fietsen. Daarom geldt in bijna alle steegjes: alleen voor voetgangers… Maar als je haast heb (ik ben van de ‘druk druk druk’-generatie) en eigenwijs bent (‘ik-weet-het-toch-beter’) dan is wandelen door een lege steeg met je fiets aan de hand een onlogische keuze. Dus ik moet eerlijk opbiechten: ik fiets vaak door de steegjes in het centrum, ook al weet ik dat het niet mag…

 

Mijn oneigenlijke gebruik van de steegjes is tot nu toe altijd goed gegaan. Eén keer is het voorgekomen dat ik met een soort acrobatensprong van m’n fiets af moest springen om een rollator te ontwijken. De mevrouw die bij de rollator hoorde riep nog heel kwaad: ‘Je mag hier niet fietsen!’ Natuurlijk wist ik dat ze gelijk had, maar ik wilde haar eigenlijk vertellen dat er bijna nooit iemand in de steeg loopt en dat het dan zonde van je tijd is om te gaan lopen, als je ook kan fietsen. Maar ja, ik had haast, dus ik verontschuldigde me voor m’n fietsgedrag en liep met m’n fiets aan de hand de steeg uit. Om vervolgens weer onverstoorbaar op m’n fiets te stappen en zo de volgende steeg in te fietsen. Ik zei toch: eigenwijs.

 

Gisteren was ik een keer niet op de fiets. Ik wandelde, met een grote boodschappentas in m’n hand, door de Sleutelsteeg. Vlak voordat ik uit de Sleutelsteeg de Nieuwstraat op wilde lopen, kwam er een jongen op een fiets de steeg in racen. Op wonderbaarlijke wijze kon hij me nog net ontwijken. Hij fietste verder, terwijl hij ‘sorry’ mompelde.

En toen, voor ik er erg in had, riep ik hem achterna: ‘Je mag hier niet fietsen!’

 

Deze column is gepubliceerd in het WeesperNieuws op 12-4-2017

 

WeesperNieuws column Nora

Niet omdat het moet, maar omdat het mag!

Ik heb het over stemmen, want natuurlijk ga ik stemmen! Jij ook neem ik aan.

Toen ik net achttien was viel ik met m’n neus in de boter: Tweede Kamerverkiezingen! Mooier kan het niet, dacht ik als achttienjarige. Nu zal ik dit land eens laten weten waar ik voor sta!! Maar, zodra ik de stemlijst bekeek, besefte ik dat ik geen idee had op welke partij, laat staan op welke politicus ik zou moeten stemmen. Ik was een zwevende kiezer. En dat ben ik nog steeds.

Vorige week besloot ik externe hulp in te schakelen, om wat aan mijn besluiteloosheid te doen. Ik had gelezen over de Verkiezingswinkel in de Slijkstraat: perfect!! Daar zou ik mijn antwoorden vinden!

Toen ik de Verkiezingswinkel binnenstapte, werd ik door 4 paar ogen hoopvol aangestaard. Ik zei: ‘Hoi, ik ben Nora en ik ben een zwevende kiezer.’ Dit was het startsein voor de aanwezige enthousiastelingen om mij warm te verwelkomen, m’n jas aan te nemen en me koffie en koekjes aan te bieden.

Iedereen ging voor me in de weer! De lieve dame van GroenLinks pakte haar iPad erbij om iets voor me op de zoeken, de jonge, maar gedreven vrouw van de VVD stelde me inhoudelijke vragen over mijn politieke voorkeuren en de rustige man van de VVD zocht folders voor me. Ook aanwezig: een zeer bevlogen PVV-er. Hij kwam met het idee om mij een ‘filosofische stemwijzer’ te laten doen. Ach, waarom niet? Ik had al wel wat stemwijzers gedaan, maar de ’filosofische’ variant kende ik nog niet.

Terwijl er op de achtergrond politiek werd gediscussieerd in de Verkiezingswinkel, verdiepte ik me in de ietwat vage en zweverige stellingen van deze diepzinnige stemwijzer. Na vijf minuten keuzes maken drukte ik op ‘resultaat’. En tot mijn grote verbazing kreeg ik stemadvies van Boeddha himself…. Geen grap. Mijn filosofische voorkeuren komen volgens Boeddha het meest overeen met die van de Partij van de Dieren.
Ok. Totale verwarring. Want de PvdD stond nog niet op mijn twijfel-lijstje. Maar ja, als Boeddha het zegt…. Die kan ik moeilijk tegenspreken.

En zo werd ik van ‘zwevende kiezer’ een ‘zweverige kiezer’…..

Deze column is gepubliceerd in het Weespernieuws op 15-3-2017