Toen ik net m’n racefiets kreeg, wist ik niks van bandenspanning. Om heel eerlijk te zijn liet ik mijn vriendje altijd de banden oppompen, hihi (nu nog steeds wel eens hoor). Ik dacht dat het gewoon een kwestie was van lekker hard oppompen, net als bij m’n ‘gewone’ fiets zeg maar.
Maar NEE!! Bandenspanning is dus heel belangrijk!
Bar
De bandendruk wordt weergegeven in “bar”. Bij de meeste fietsenwinkels kun je een hogedrukpomp kopen die het aantal bar aangeeft zodat je direct kunt zien hoeveel lucht er al in je band zit en hoeveel erbij gepompt moet worden. Maar hoeveel bar moet er dan in??
Gouden regel
Ik heb deze GOUDEN REGEL ooit gehoord (was dat van fietsenbijAuke?) en sindsdien hou ik me hier (ongeveer) aan en dit werkt prima voor mij!
Je moet één bar lucht hebben per tien kilo lichaamsgewicht.
Weeg je dus zestig kilo (check), dan moet je zes bar lucht in je band doen. Bij tachtig kilo acht bar. Word je veel zwaarder dan dat, dan moet je even opletten en improviseren. Want een band kun je niet onbeperkt harder pompen.
Deze GOUDEN regel werkt zo: naarmate je zwaarder wordt, wordt je band ook verder ingedrukt door je gewicht. Tot op zekere hoogte is dat goed en zelfs comfortabel. Maar als je band zachter is neemt ook de weerstand toe (meer rijoppervlak). Pomp je de band weer veel te hard, dan gaat je fiets stuiteren en heb je weinig controle. Op zich is een harde band wel weer snel: de weerstand van het rijoppervlak is klein.
Veel profs rijden trouwens met 10 (tien!!) bar lucht in hun banden (op de weg, bij kasseien is de band zachter hoor), terwijl ze echt geen honderd kilo wegen. Zij willen zo min mogelijk weerstand van het rijoppervlak en nemen voor lief dat ze iets minder controle hebben (ze hebben waarschijnlijk ook betere stuur-skills).
Gulden middenweg
Voor ‘ons’ wielertoeristen is de optimale bandenspanning een middenweg tussen een zo klein mogelijk rijoppervlak (hard) met zo veel mogelijk controle (zacht), maar daarbij moeten we met wat dingen rekening houden:
- het weer
- het soort wegdek
Het Weer
Als het regent is het wegdek gladder en heb je dus minder grip (pas vooral op bij die witte strepen op de weg en putdeksels…). Je kan dan iets bredere banden op je fiets zetten, of banden met iets meer profiel (net als ‘regenbanden’ bij de Formule 1). Maar volgens mij doet een gemiddelde wielertoerist dit niet, ik in elk geval niet. Wat ik wel doe is de bandenspanning iets verlagen (ongeveer een halve bar ten opzichte van ‘normaal’), zodat het rijoppervlak groter wordt en je dus iets meer controle hebt.
Wegdek
Als je over kasseien gaat rijden dan kan een te harde bandenspanning voor heel veel ellende zorgen:
- Pijn!! Ja tussen je benen inderdaad 🙁
- Je stuitert over de weg heen, waardoor je nogal snel de controle verliest.
- Door dat stuiteren krijg je een veel grotere kans op lekrijden.
Als het wegdek zo extreem is als bij kasseien, dan kan je het beste je bandenspanning verlagen. En flink!! Als je normaal (met 60 kilo) 6 bar zou hebben mag je nu best zakken naar 5 bar.
Dus in het kort:
Je moet één bar lucht hebben per tien kilo lichaamsgewicht.
Duidelijk verhaal, lekker kort.
Hoeveel bar doe jij in je banden? Of heb je door dit stuk iets TOTAAL nieuws geleerd en had je (net als ik eerst) GEEN IDEE dat je bandenspanning iets uitmaakte? Ik ben benieuwd!
Liefs! Nora